Het is zes uur in de ochtend, Frans neemt ontbijt in het wegrestaurant bij stadion Galgenwaard te Utrecht. Het is al jaren terug echt gebeurd, zes uur ’s ochtends Frans neemt ontbijt: 2 warme vette ballen gehakt en een beker karnemelk. Frans is ongeveer een half uur wakker. Lunch: Frans neemt een paardenbiefstuk met brood. Diner: de vrouw van Frans maakt warme karnemelk met aardappelen voor hem. Groente of fruit eet Frans nooit of hooguit als het echt niet anders kan.
En nu? Frans is dood hoorde ik, ook al jaren geleden overleden. Hartaanval. Sterke Frans nam het leven niet zo nauw, stevig biertje, vet eten als omschreven, rookte zware shag (altijd bungelde een peukje in zijn mondhoek en als hij sprak verplaatste dat peukje zich van links naar rechts, maar verliet nooit zijn lippen). Wat wel zijn lippen verliet waren moppen en een rochelende lach onderuit die schuddende buikvette buik van hem. Frans was zeker geen kwaaie. Altijd gul, altijd in voor een geintje, altijd op zoek.
Naar wat? Geen idee, maar Frans was altijd onrustig, altijd onderweg. Zodoende kreeg zijn vrouw een ondeugende relatie met een Marokkaanse slager. Die wist wat een vrouw nodig had: aandacht en een heerlijk seksleven. Ze is gescheiden van Frans en heeft bij haar exotische lover nog een flink aantal kinderen gekregen.
En Frans? Hij zocht onrustig verder op zijn pad vol zaken die niet goed voor hem waren, altijd onderweg, altijd slecht voor zichzelf zorgend, terwijl hij dacht dat hij dat nu juist wel deed. Frans kreeg ook een nieuwe liefde. Maar ook deze vlam doofde al snel haar warme gevoelens voor Frans toen zij doorkreeg dat hij altijd op zoek zou blijven.
Op zoek naar wat? Ook zij is dat nooit te weten gekomen. Frans was niet zo’n prater. Een binnenvetter, letterlijk en figuurlijk. Hij is er aan gestorven. Frans was gul, schreef ik, te gul, altijd onverantwoord gul. En velen profiteerden daarvan. Zoals een vast kringetje profiteurs. Frans is gecremeerd, er waren nauwelijks mensen om hem voorgoed uit te zwaaien de kruik in. En waar vroeger met hem menige kruik geheven werd, was er nu niemand van die profiteurs aanwezig. Frans stierf eenzaam is mij verteld.
En zijn eerste vrouw? Ook zij is verlaten, verlaten door haar Marokkaanse slager, die nog wel zo nu en dan eens langs komt. Ook voor hem bleek het gezinsleven met een inmiddels invalide vrouw te zwaar.
Een triest verhaal? Een verhaal vol verkeerde keuzes? Een verhaal vol onverantwoordelijke lust, verlangens en behoeftebevrediging? Een verhaal hoe mensen elkaar tijdelijk of alleszins jammerlijk ontmoeten en verlaten? Ik heb er geen mening over, want ik heb deze mensen allemaal gekend en het bleken allemaal aardige mensen te zijn. Aardige, hartelijke mensen, vol onvermogen om hun leven die richting te geven die nodig was voor henzelf, hun partners en hun kinderen.
Het lijkt er op, dat er veel mensen zo rondlopen, altijd op zoek naar wàt? Hoe kan het dat zo velen zó ontevreden zijn met het leven dat zij leiden? We leren om te gaan met onszelf en de anderen gedurende een heel mensenleven. Maar sommigen of velen, vult u dat zelf maar in, leren het nooit. Het blijven dolende zielen met of zonder goede voornemens.
Jammer, want het kan anders, als je maar leert de juiste keuzes te maken.
Rik Bronkhorst.