Ik had niks en hij gaf mij te eten, onderdak voor even. Ik was vol verwondering, want niemand keek daarvoor naar mij om. Jong was ik, jong, en niet in staat om voor mezelf te zorgen.
En vandaag sprak ik hem na bijna 50 jaren vol onvoorstelbare momenten in mijn leven. Een leven zo bijzonder daar moet wel de hand van God in hebben zitten wroeten.
Hij, nee niet God, liet mij een fragment horen van een optreden van hem in een schouwburg waarbij hij begon met deze muziek van Ry Cooder, Dark is the night. Donker waren mijn nachten, zonder inkomen, dakloos, en niemand die naar mij omkeek, ten einde raad.
En daar was die beginnend psycholoog, student psychologie, hij gaf mij zijn schoenen, want mijn gympen hingen met touwtjes aan elkaar. Het was februari 1972. De tijd van de antipsychiatrie en ik was verre van gek. Alleen wanhopig.
En nu dan deze ontmoeting. Hij las mij voor uit een briefje dat ik voor hem had achtergelaten, toen. Ik was dat vergeten, van dat briefje en die schoenen bedoel ik. Hij heeft die schoenen teruggekregen, ze stonden in de spotlight op het toneel in die schouwburg terwijl Ry Cooder dit oude blues nummer vertolkte. Ik schoot in de emotie en barstte in huilen uit. Een situatie, een stem, muziek vanuit een dierbare herinnering. Nee, geen wanhoop meer. Geluk!
En nu na meer dan 50 jaar was hij bij mij thuis. We zaten samen op de bank in de huiskamer. Twee oude mannen met een heftig levensverhaal. En het was goed, de oude vriendschapsgevoelens zijn niet versleten. Drie uren spraken wij met elkaar, wisselden onze levenservaringen uit. Hij de psycholoog met emeritaat en ik zijn voormalig patiënt. 50 lange jaren pers je zo maar niet in 3 uren. Het bleven fragmenten uit een dik boek. Hopelijk komt er een vervolg. In ieder geval hebben we elkaar in de ogen gekeken, de intonatie van de stem gehoord, onze boeken uitgewisseld. We namen afscheid, hij reed voorbij en toeterde. Ik stond achter het raam en zwaaide. Ik hoop dat hij blijft in de tijd die ons beiden nog rest.
Rik Bronkhorst.